Serenity- Heraldry and Heritage
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
5 years 6 months ago - 5 years 6 months ago #2396
by Serenity
Replied by Serenity on topic Serenity- Heraldry and Heritage
This is the amazing coat of arms that Jzen designed for me , somehow he put my whole past , family and future in it , the future represented by the lighsaber sword
Escutcheon:
Lozenge (Diamond): associated with female coats of arms
Divide: in four equal parts party per cross
Charges etc :
*Wings as a protective Force 2 hugging the shield and 2 on top of the Helmet
*The T from Thomassen
*The helmet from my mother's side that stands for protection and care of others and of the self , free from negative
outside influences , to serve without judgement
* A lighsaber , representing the future
The colours :
*Blue , for truth , also present in the Faber crest
*Red : for courage and sacrifice in the Thomassen crest
*White: honour and loyalty
* Green leaves as a reminder to remain mild in adversity
Beasts:
* Dragon = defender of treasure; valour and protection
* Unicorn = courage; virtue and strength
Motto:
Servizio , Cura , Respetto, : Service , Healing , Respect
Escutcheon:
Lozenge (Diamond): associated with female coats of arms
Divide: in four equal parts party per cross
Charges etc :
*Wings as a protective Force 2 hugging the shield and 2 on top of the Helmet
*The T from Thomassen
*The helmet from my mother's side that stands for protection and care of others and of the self , free from negative
outside influences , to serve without judgement
* A lighsaber , representing the future
The colours :
*Blue , for truth , also present in the Faber crest
*Red : for courage and sacrifice in the Thomassen crest
*White: honour and loyalty
* Green leaves as a reminder to remain mild in adversity
Beasts:
* Dragon = defender of treasure; valour and protection
* Unicorn = courage; virtue and strength
Motto:
Servizio , Cura , Respetto, : Service , Healing , Respect
Last edit: 5 years 6 months ago by Serenity.
The following user(s) said Thank You: Wescli Wardest, jzen
Please Log in or Create an account to join the conversation.
- Wescli Wardest
- Offline
- Meister
Less
More
- Posts: 882
- Thank you received: 1112
5 years 6 months ago #2398
by Wescli Wardest
Replied by Wescli Wardest on topic Serenity- Heraldry and Heritage
That's awesome!
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
5 years 3 months ago #2621
by Serenity
Replied by Serenity on topic Serenity- Heraldry and Heritage
I have not forgotten about these lessons , i am trying to incorporate a lesson about our Heraldic past and also trying to organise a lesson which i want to teach to 12 year olds, i have discussed this with a teacher and its far too much to do in one lesson so i will have to make a lesson plan and it will probably be about 4 lessons. I also have to contact a Historian so i am accurate So that will take a bit of time ...
The following user(s) said Thank You: Wescli Wardest, jzen
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
3 years 8 months ago - 3 years 8 months ago #3247
by Serenity
Replied by Serenity on topic Serenity- Heraldry and Heritage
After a lot of research and double effort i got help with my Heraldry Lessons , to complete the Apprentice lessons i need to teach children about Heraldry , in short i found a few lesson programms and i will corporate what i have learned here. If all goes how i want it to go i will be able to teach 3 whole lessons to children of 11 and 12 years old this is group 7 and 8 of the Primary school. I discussed it with school management and they are very happy to accomodate me , and want to pimp me out to other schools hahaha. Anyway , the first lesson will be in September and one lesson a week My lessons will be pointet at Gemert , seeing that is where i live I could not attach the file so i will post the lessons seperately
Last edit: 3 years 8 months ago by Serenity.
The following user(s) said Thank You: Wescli Wardest
Please Log in or Create an account to join the conversation.
- Wescli Wardest
- Offline
- Meister
Less
More
- Posts: 882
- Thank you received: 1112
3 years 8 months ago #3248
by Wescli Wardest
Replied by Wescli Wardest on topic Serenity- Heraldry and Heritage
That sounds AWESOME!
You are doing a great job and should be proud.
I know I am proud for you!
You are doing a great job and should be proud.
I know I am proud for you!
The following user(s) said Thank You: Serenity
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
2 years 10 months ago #3333
by Serenity
Replied by Serenity on topic Serenity- Heraldry and Heritage
So i did the lesesons together with a collegue and will post the lessons soon
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
2 years 10 months ago - 2 years 10 months ago #3334
by Serenity
Replied by Serenity on topic Serenity- Heraldry and Heritage
Genealogie
Lesbrief voor groep 7 en 8
Leerlingendeel Heemkundekring Kommanderij
Gemert
Bijlage I Kwartierstaat (om zelf in te vullen)
les 1 Werkblad 1.1 Inleiding ( Finding out who you are and where you come from)
In deze lesbrief ga je op zoek naar de geschiedenis van je familie en je voorouders. Je gaat je stamboom uitzoeken. Stamboomonderzoek heet met een moeilijk woord genealogie. Stel je eens voor dat je van een heel rijke familie afstamt. Of dat je voorouders van adel waren. Daar kom je straks beslist achter!
De geschiedenis van je familie begint bij jezelf. Van jezelf weet
je natuurlijk al een heleboel. Als je er eens goed voor gaat
zitten, kun je al veel dingen over jezelf opschrijven. Hoe heet je,
waar ben je geboren, wie zijn je ouders, broers en zussen?
Daarna wordt het iets moeilijker: je gaat op zoek naar
informatie over je voorouders. Hoe heetten ze, wat voor werk
deden ze en waar kwamen ze vandaan? Door met je
familieleden te praten kom je heel wat aan de weet. Maar ook
in allerlei oude documenten kun je informatie vinden. In deze
lesbrief kom je precies te weten wat voor documenten je
nodig hebt en waar je moet zoeken.
Met al die gegevens gaan we een echte stamboom maken.
Wie weet heeft jouw familie een eigen familiewapen. En
anders bedenk je er toch zelf een!
Deze lesbrief bestaat uit informatie die je moet lezen en uit opdrachten die je moet maken.
Opdracht
Alle werkbladen en gegevens stop je in een multomap met een harde kaft. Ook je stamboom stop je straks in deze map. Dit wordt jouw eigen
familieboek. Wees zuinig op dit familiedocument!
Les 1 Werkblad 1.2 Verhaal ( Story background names )
Opa komt op bezoek
Haastig rent Bart het schoolplein op. Bij zijn vriendengroep komt hij hijgend tot stilstand. „Waar kom jij zo laat vandaan?”, wil zijn Marokkaanse vriendje Redouan weten. „Mijn opa kwam net op bezoek voor een paar dagen en die kan altijd zulke spannende verhalen over vroeger vertellen,” antwoordt Bart
net op het moment waarop de zoemer gaat. Tijdens de lessen kan hij zijn gedachten niet al te best bij de les houden, alleen als de meneer over de Tweede Wereldoorlog vertelt tijdens de geschiedenisles, spitst Bart zijn oren. Daar heeft opa het toevallig vanochtend ook nog over gehad. Gelukkig is het woensdag en als om twaalf uur de school uitgaat, wil Bart er als een haas vandoor, maar Redouan komt hem achterna. „Gaan we vanmiddag nog spelen?”, wil hij weten. „Nee, joh. Ik heb een veel beter idee. Kom na het eten naar mijn huis, dan kun je ook naar de verhalen van opa luisteren. Da’s altijd leuk.”
En zo belt Redouan tegen één uur aan bij zijn beste vriend. De opa van Bart blijkt helemaal nog niet zo oud. Als de jongens aan tafel zitten, vertelt opa over de grote zolder van zijn oude huis midden in de stad. „Daar woonden ook mijn ouders en mijn grootouders al. Vorige week besloot ik om de zolder op te ruimen en daar vond ik een oude koffer. En weet je wat er in zat?” vraagt opa terwijl hij steeds zachter begint te praten. „Een schat?” oppert Bart. „Een piratenpak?” denkt Redouan die nogal wat fantasie heeft. „Nee”, zegt opa lachend, „Oude papieren.” De teleurstelling is op het gezicht van de jongens af te lezen. Wat moet je nou met oud papier? Ja, in de grijze papiercontainer gooien!
Opa moet er om lachen. „Ja, geen oude kranten! Papieren van de familie. Ik vond het trouwboekje van mijn opa en oma! En oude foto’s.” Dan is de belangstelling van de beide jongens gewekt. Het trouwboekje komt tevoorschijn waarin met prachtige halen de namen van de opa en oma van de opa van Bart geschreven zijn. „Dat waren dus jou betovergrootouders”, merkt opa op. De beide jongens schieten in de lach. „Lagen die altijd in bed?” wil Bart weten. Nu is het de beurt aan opa om flink te lachen. „Nee, joh, dat woordje ‘bet’ schrijf je met de letter t. Dat komt van het woord ‘beter’ en het betekent dat ze nog een generatie ouder waren,” legt hij uit. Samen kijken ze in het boekje dat in 1909 werd gemaakt door de gemeente. „Kijk,” zegt opa, „hier zie je meteen ook wie de vader en de moeder van deze mensen waren. Je kunt nu al een heel stuk van je stamboom maken.” „Stamboom!?”, roepen de beide jongens bijna in koor, „wat is dat nu weer.” Opa begint uit te leggen dat het een soort lijst is waar alle voorouders op staan. „Je begint met jezelf. Je hebt twee ouders, maar ook vier grootouders en acht overgrootouders en zestien betovergrootouders. Het worden er steeds meer, net zoals een boom waar steeds meer takken aan komen. Daarom noemen ze het een stamboom.”
Redouan hoort het allemaal stilletjes aan. „Is dat bij mij ook zo?” vraagt hij opa. „Natuurlijk,” zegt die, „alleen is het in Marokko vaak niet zo goed bijgehouden.” Hij vertelt dat in Nederland in 1811 door de Fransen de burgerlijke stand is ingevoerd. Toen moest iedereen naar het gemeentehuis als een kind werd geboren, mensen wilden trouwen of er iemand dood ging. Mensen die trouwden kregen een huwelijksbewijs, maar rond 1875 kwamen de eerste trouwboekjes er. „Je moet maar eens aan je opa vragen wat die er nog van weet” besluit hij. Hij belooft de beide jongens om de hele lijst van voorouders op te schrijven en er ook allerlei gegevens bij te zetten die hij nog weet en die hij in de papieren in de koffer heeft gevonden. Daarna bekijken ze de foto’s. Mannen en vrouwen met nette pakken, strohoeden, kanten mutsen en meisjes in lange jurken, witte schorten met strikken in hun haar en jongens in matrozenpakjes. „Zo zou ik er niet bij willen lopen,” schatert Bart het uit.
Voor Redouan naar huis gaat zegt opa nog dat hij de jongens de volgende woensdagmiddag mee naar het archief op de Markt zal nemen. „Ik ken archivaris Joss Hopstaken goed, misschien dat hij wel tijd heeft om ons nog wat meer te vertellen”, besluit hij.
Hoe dit verhaal afloopt, zie je in de volgende les!
Les 1 Werkblad 1.3 Je eigen gegevens? ( Who are you )
Als je op zoek gaat naar je familiegeschiedenis, kun je het beste met jezelf beginnen. Je weet natuurlijk al een heleboel dingen over jezelf.
Opdracht
Vul die gegevens in op dit werkblad. Vergeet niet om er een mooie foto van jezelf bij te plakken!
Mijn voornamen zijn: ________________________
_________________________________________
Mijn achternaam is: ____________________
_________________________________________
Ik woon in: __________________________________
_________________________________________________ (straat en woonplaats)
Ik ben geboren op __________________________________
Plak hier een foto van
jezelf
in ________________________________________________________ Ik ben dus ___________________________________________ jaar oud
Mijn hobby’s zijn: _________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Mijn favoriete muziek is: ___________________________________________________ __________________________________________________________________________
Les 1 Werkblad 1.4 Over je voornaam ( Where do first names come from )
Iedereen heeft een voornaam.
Er zijn oud-Nederlandse namen als Jan, Karel
en Gerda, modernere namen als Jorrit en
Louise, maar ook Engels klinkende namen als
Jeffrey, Morris en Kimberley.
Kijk maar eens in je klas: zoveel verschillende
namen …
Vroeger, rond het jaar nul, had ook iedereen een
voornaam. Deze namen lijken niet op de namen
die wij nu gebruiken. Meisjes heten Fredegonde,
Thiatlind of Trudhild. Jongens luisteren naar namen
als Folcuuard, Aldbert of Brantger. Deze namen
komen uit het Germaans. Achternamen worden
nog niet gebruikt.
In de elfde en twaalfde eeuw kiezen ouders
steeds vaker voor namen die in de Bijbel
voorkomen. Meisjes heten Maria, Elisabeth of
Catharina, de jongens worden Johannes of
Philippus genoemd.
Een Trudhild of een Fredegonde?
Tot in de zeventiende eeuw heeft iedereen maar één voornaam. Vanaf de achttiende eeuw is het opeens ontzettend ‘in’ om twee of meer voornamen te hebben. Dat klonk voornaam. Eerst geven alleen de rijken hun kinderen meer namen, later nemen meer mensen dit over.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog worden veel kinderen vernoemd naar grootouders of andere familieleden. In de katholieke kerk worden mensen naar hun peetoom en -tante vernoemd. Een peetoom of -tante zorgt voor de kinderen als de ouders overlijden.
Na de Tweede Wereldoorlog trekken mensen zich niets meer aan van deze regel. Ouders bepalen zelf wel hoe ze hun kinderen willen noemen. Toch blijft het vernoemen naar familieleden populair.
Les 1 Werkblad 1.4 Over je voornaam (vervolg)
Veel ouders kijken naar de klank van de naam en of ze het een leuke naam vinden. Sommige ouders vernoemen hun kind naar een idool. Anderen kiezen weer voor een naam die niet zo vaak voorkomt, of willen per se een Nederlandse of juist een buitenlandse naam. En weet je dat er in de Verenigde Staten iemand rondloopt met een alfabet aan voornamen: Adolph Blaine Charles David Earl Fredrick Gerald Hubert Irvin John Kenneth Lloyd Martin Nero Oliver Paul Quincy Randolph Sherman Thomas Uncas Victor William Xerxes Yancy Zeus? Dank je, pa en ma!
Gelukkig is dit echt een uitzondering. Bijna de helft van de kinderen krijgt tegenwoordig één naam, een derde deel krijgt twee namen en slechts een enkeling krijgt vijf of meer namen. Je kind wel twintig verschillende voornamen geven, mag officieel wel. Alleen voornamen die ‘ongepast’ zijn of vaak als achternaam worden gebruikt, kunnen door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden geweigerd. Als je ouders je dus Drol of Jansen willen noemen, zal dat feest niet doorgaan. Sommige ambtenaren vinden trouwens ook twintig voornamen ongepast.
Top tien van voornamen in Nederland in 2007
Opdracht
jongens meisjes
1. Daan 1. Sophie 2. Tim 2. Lotte 3. Sem 3. Sanne 4. Jesse 4. Lieke 5. Ruben 5. Emma 6. Thijs 6. Eva 7. Stijn 7. Fleur 8. Lucas 8. Noa 9. Thomas 9. Anna 10. Milan 10. Julia
Je ouders hebben je een bepaalde voornaam gegeven. Vraag ze waarom ze voor die naam hebben gekozen en schrijf de reden hieronder op. Ben je naar een oma vernoemd of vonden ze het gewoon een mooie naam?
_______________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________
Les 1 Werkblad 1.5 Over je achternaam ( Where does your last name come from )
Iedereen heeft een achternaam
Iedereen heeft een achternaam, maar wist je dat ook je naam al een hele geschiedenis achter de rug heeft? Je achternaam kan je iets over je
voorvader vertellen. Zijn beroep bijvoorbeeld. Heb jij De Boer als
achternaam, dan weet je bijna zeker dat je voorvader boer was. Of als je
achternaam Van Nispen is, dan is de kans groot dat je voorvader in Nispen
woonde.
Heel vroeger hadden mensen maar één naam. Achternamen of familienamen werden pas na de elfde eeuw gebruikt. De reden: er waren teveel mensen met dezelfde voornaam. En dat was lastig, want welke Jan moest je nu hebben als er twaalf Jannen in je dorp woonden? Dus gingen mensen een achternaam gebruiken. Je achternaam kan je iets over het beroep van je voorvader vertellen.
Plaatsnamen
Er bestaan verschillende soorten achternamen:
Bijnamen
Misschien heette je voorvader Jan en had hij rood haar. Dan werd hij Jan de Rooie genoemd. Of was hij heel erg lang. Dan noemden mensen hem Jan de Lange. Of hij keek scheel. Dan werd hij Jan de Schele genoemd. Iedereen in je dorp wist op deze manier meteen over wie je het had. Nog een paar voorbeelden: Vetlap, De Zwart, De Groot en De Jong.
Beroepen
Een andere mogelijkheid en heel gemakkelijk te herkennen zijn de achternamen waarin een beroep verborgen zit, zoals Jan de Bakker, Anja Timmermans, Piet de Boer, Lia Kuypers en Kees Slager. In het Turks kom je de achternaam Türkücu tegen, het woord betekent zanger. Heb jij zo’n achternaam, dan weet je meteen welk beroep je voorvader had. Sommige mensen hebben een achternaam waarin een plaatsnaam verborgen zit. Heb jij zo’n achternaam, dan heeft je voorvader waarschijnlijk in deze plaats gewoond. Bekende namen uit onze regio zijn bijvoorbeeld Van Gastel, Van Roosendaal, Van Kalmthout, Van Oosterhout, Van Sprundel en Van Nispen. Pak de atlas met de kaart van Noord-Brabant er maar eens bij en kijk of je achternamen herkent!
Als je van Turkse of Marokkaanse afkomst bent, kan het heel goed dat je achternaam naar een stuk grond verwijst. El Marzquiqui verwijst bijvoorbeeld naar een stuk grond in Marokko dat Marzquiqui heette.
Les 1 Werkblad 1.5 Over je achternaam (vervolg)
Vadersnaam
Mensen zetten ook wel de naam van hun vader achter hun naam. Met
een moeilijk woord wordt dat ook wel patroniem of vadersnaam
genoemd. Zo was Jan Klaaszoon de zoon van Klaas. En Jan Willemszoon
de zoon van Willem. Later werden ze Jan Klaassen en Jan Willems
genoemd. En Kitty Mathijssen is de dochter van Mathijs.
Vondelingen
Vondelingen moesten een naam krijgen die nog niet bestond. Vaak werden ze genoemd naar de plaats waar ze gevonden waren. Ook werden ze wel vernoemd naar het beroep van de vinder of het tijdstip waarop ze gevonden waren. Ze kregen dan namen als Leonie Niewjaer, Johannes Portaal of Charlotte Van de Karre. Sommige vondelingen droegen een speciaal kenmerk, zoals een groen lintje of een medaillon. Daar verwees hun naam dan naar: Emelia Groenlint, Peterus Naaktgeboren of Wouterus In ‘t Veld.
Sommige mensen denken dat Napoleon de achternaam heeft ingevoerd, maar dat is niet waar. Napoleon had zelf immers ook al een achternaam: Bonaparte. Wel is het zo, dat Napoleon in 1811 verplicht heeft gesteld dat iedereen een vaste achternaam moest hebben. Ook moest elke geboorte, elk huwelijk en elk overlijden bij de Burgerlijke Stand op het gemeentehuis aangegeven worden. Wie dus nog geen achternaam had, moest er één aannemen.
Top vijf van achternamen in Nederland
1. De Jong
2. De Vries
3. Jansen
4. Bakker
5. Van den Berg
Opdracht:
Weet jij nu waar je eigen achternaam vandaan komt? Schrijf het hieronder op:
___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Les 2 Werkblad 2.1 Verhaal (deel 2)
Opa komt op bezoek 2
Een week later staan Bart en Redouan vol spanning gereed om met de opa van Bart naar het archief te gaan. Redouan vertelt dat hij bij zijn eigen opa geweest was en dat hij gevraagd heeft naar zijn familie. Opa heeft heel veel
verteld over de tijd dat hij zelf nog in Marokko woonde. „De mensen in de bergen wonen vaak veel te ver van een gemeentehuis of de stad en als er vroeger kinderen geboren werden, gaven ze dat soms maanden of jaren later door. Daarom zijn er zoveel mensen die op 1 januari of 1 juli jarig zijn,” zegt Redouan. Opa heeft ook verteld dat sommige mensen niet eens precies wisten hoeveel jaar ze zijn, want verjaardagen werden in Marokko vroeger bijna nooit gevierd. „Nu we in Nederland wonen, doen we dat wel en weten we ook precies op welke dag we geboren zijn en hoe oud we zijn,” besluit Redouan.
Opa heeft ook niet stil gezeten. Hij laat de beide jongens een vel papier zien met vakken erop. Helemaal in het onderste vak staat de naam van Bart met zijn geboortedatum en de plaats waar hij geboren is. In de twee vakken erboven staan zijn vader en moeder. En daar weer boven zijn vier vakken met zijn opa’s en oma’s. „Kijk opa daar sta jij,” zegt Bart. „Maar wat betekenen die twee nulletjes die door elkaar staan en die datum die er bij staat?” Opa legt uit dat dit eigenlijk twee ringen zijn en dat de datum de trouwdatum van opa en oma is. Hij vertelt ook dat zo’n blad met namen een kwartierstaat heet. „En nou gaan we naar het archief, want Joss Hopstaken heeft speciaal voor ons een uurtje vrij gemaakt in zijn agenda,” zegt opa en ze vertrekken snel naar de Markt.
Recht tegenover ijssalon Ciao ligt het archief. De jongens kijken verlekkerd naar de mensen op het terras die veelkleurige soorten ijs naar binnen werken. „Daar gaan we straks ook even naar toe,” merkt opa op, voor ze naar binnen gaan.
Over een statige trap gaat het naar boven en aan een loket vertelt opa aan een mevrouw dat hij een afspraak heeft met Joss Hopstaken. Even later komt die aanlopen. „Die heeft ook niet veel haar,” fluistert Bart tegen Redouan voor Joss het drietal verwelkomt. Opa kijkt even boos naar Bart, maar Joss heeft gelukkig niets gehoord.
Hij neemt ze eerst mee naar de leeszaal, waar hij laat zien hoe je op kunt zoeken wanneer mensen geboren, getrouwd of overleden zijn. De jongens krijgen bakken vol met microfiches te zien, een soort doorzichtige plaatjes waar alle oude aktes op te vinden zijn. „Maar daar kun je toch niks van lezen,” zegt Redouan. „Nee, zo niet,” lacht Joss, „maar ik heb hier een leesapparaat en als ik ze daar instop, kun je wel lezen wat er staat.” Hij stopt een microfiche tussen de glazen plaatjes van het apparaat, floept het licht aan en ineens kunnen de jongens de tekst wel lezen.
Een uur lang krijgen ze van alles te horen over het opzoeken van gegevens, want heel vroeger schreven de pastoors en de dominees alles op als de kinderen in de kerk gedoopt werden of als mensen gingen trouwen. Ook als iemand dood ging, werd dat opgeschreven. „Die boeken heten de doop-, trouw- en begraafboeken, maar veel mensen die hier komen noemen dat de DTB’s,” vertelt Joss.
Ze mogen daarna ook nog even mee naar de ruimtes waar alle oude boeken en documenten liggen. „Het is hier niet warm,” vindt Bart. „Dat klopt,” vertelt Joss, „want we moeten er voor zorgen dat alles goed blijft, daarom is het hier nooit warm en zorgen we er ook voor dat het niet vochtig wordt. Dan kunnen over honderd jaar de mensen nog steeds in deze papieren komen zoeken.”
Joss laat ook nog oude foto’s zien van de straten van Roosendaal en de dorpen die bij de gemeente horen. „Kijk opa, dat is jullie huis,” ontdekt Bart op een oude ansichtkaart. „Ons huis zal wel niet op zo’n kaart staan, want dat is nog erg nieuw.” De jongens zijn erg onder de indruk van wat er allemaal bewaard wordt. Na afloop krijgen ze nog een boekje mee waar alles over het archief in staat.
En dan staan ze weer buiten in de zon. Op een holletje naar de overkant van de straat: ijs eten. „Dat is eigenlijk nog beter dan in het archief zitten,” constateren Bart en Redouan. Opa knikt, maar aan zijn gezicht is te zien dat hij het er niet helemaal mee eens is.
Les 2 Werkblad 2.2 Mondelinge bronnen
Bij het uitzoeken van je familiegeschiedenis, ben je bij jezelf begonnen. Je hebt je naam, je geboortedatum en je hobby’s opgeschreven. Nu wordt het spannender, want je gaat op zoek naar je voorouders. Je gaat dus steeds een stapje verder terug in de tijd.
Hoe noem je je voorouders?
geboren omstreeks aantal
1e graad ouders 1965 2
2e graad grootouders 1935 4
3e graad overgrootouders 1905 8
4e graad betovergrootouders 1875 16 5e graad oudouders 1845 32 6e graad oudgrootouders 1815 64 7e graad oudovergrootouders 1785 128 8e graad oudbetovergrootouders 1755 256 9e graad stamouders 1725 512 10e graad stamgrootouders 1695 1024 11e graad stamovergrootouders 1665 2048 12e graad stambetovergrootouders …… ……. 13e graad stamoudouders …… ……. 14e graad stamoudgrootouders …… ……. 15e graad stamoudovergrootouders …… ……. 16e graad stamoudbetovergrootouders …… ……. 17e graad edelouders …… …….
18e graad edelgrootouders …… …….
19e graad edelovergrootouders …… …….(Bron: lesbrief Heemkundekring De Kommanderij Gemert)
Wat voor gegevens van je voorouders heb je nodig voor je stamboom? Natuurlijk basisgegevens zoals achternaam, voornamen, geboorteplaats, geboortedatum, huwelijkdatum, namen van eventuele kinderen, overlijdensdatum (met bijzonderheden zoals leeftijd, doodsoorzaken) en informatie over beroepen. Minder belangrijk, maar wel leuk om te weten, zijn gegevens over opleiding, bezit (waren je voorouders rijk of juist heel arm?), adres, woonplaats, karakter en hobby’s.
Hoe ga je beginnen? Je gaat eerst op zoek naar de gegevens van je ouders. Je ouders zijn hopelijk nog in leven, dus je kunt aan hen vragen hoe het nu precies zit. Hetzelfde geldt voor je grootouders. En anders vraag je die informatie aan je vader of moeder.
Opdracht
Vraag je ouders en grootouders naar de basisgegevens. Denk ook aan de minder belangrijke, maar toch interessante informatie. Maak vooraf een
lijstje met de dingen die je wilt weten. Schrijf alles op en stop de informatie in je map
.
Les 2 Werkblad 2.3 Schriftelijke bronnen
Naast mondelinge informatie (je ouders of grootouders vragen om
informatie) bestaan er ook schriftelijke bronnen. Dat zijn gegevens die ooit op papier zijn gezet. Denk aan geboortekaartjes, trouwkaarten, rouwkaarten en bidprentjes. Hieronder zie je een paar voorbeelden van bronnen die je meer over je familie vertellen.
Geboortekaartje
Als er een baby geboren wordt, sturen de ouders meestal een geboortekaartje naar familie en vrienden. Op het kaartje staan de namen van de baby, het gewicht van de baby, de namen van de ouders en vaak een adres.
Les 2 Werkblad 2.3 Schriftelijke bronnen (vervolg)
Foto’s
Ook foto’s vertellen hun eigen verhaal. Niet alleen hoe je voorouders er uitzagen, maar ook hoe ze leefden en wat voor kleren ze droegen. Foto’s vertellen je iets over de tijd waarin iemand leefde.
Zo gingen je overgrootouders naar school.
Vergeet ook de overlijdensadvertenties in de krant niet. Denk verder aan schoolrapporten, dagboeken en diploma’s. Ze vertellen je meer over de opleiding, het bezit of de hobby’s van je voorouders. Door foto’s, kranten en naslagwerken te bekijken kun je nagaan in wat voor tijd je voorouders leefden. Al deze gegevens vormen de basis van je stamboom. Zo krijg je al een echte familiegeschiedenis!
Opdracht
Verzamel zoveel mogelijk schriftelijke informatie over je familie.
Let op! Je kunt beter kopieën maken en deze in je map stoppen. Bewaar de originele documenten op een veilige plek.
Les 2 Werkblad 2.4 Officiële bronnen
Officiële documenten
Nu je al wat gegevens van je ouders en grootouders hebt verzameld, gaan we op zoek naar misschien wel de belangrijkste bronnen: de officiële
documenten. De overheid houdt al eeuwenlang allerlei belangrijke
gegevens over personen en families bij. Ook kerken hebben de gegevens
vaak zorgvuldig bijgehouden.
De overheid houdt de gegevens op twee verschillende manieren bij: in de burgerlijke stand en in het bevolkingsregister. Nu noemen we die de gemeentelijke basisadministratie.
Registers van de burgerlijke stand
De burgerlijke stand wordt in 1792 opgezet in Frankrijk. In 1811, als Nederland bezet is door de Fransen, wordt de burgerlijke stand hier ingevoerd. Bij de burgerlijke stand wordt informatie over geboorte, huwelijk en overlijden bijgehouden.
Geboorteregister
Binnen drie dagen na de geboorte moet de vader (of iemand anders die bij de bevalling aanwezig was) het kind aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand op het gemeentehuis. Daarvan wordt een akte opgesteld.
In deze akte vind je heel wat gegevens, onder meer de datum van aangifte, de datum, het uur en het adres van de geboorte, de vader met voor- en familienaam, leeftijd, beroep, woonplaats en ondertekening, de moeder met voor- en familienaam, leeftijd, beroep en woonplaats, het kind met de voornaam en geslacht, getuigen met voor- en familienaam, leeftijd, beroep, woonplaats en ondertekening.
Les 2 Werkblad 2.4 Officiële bronnen (vervolg)
Register van huwelijken en echtscheidingen
Als er getrouwd (of gescheiden) wordt, worden er aktes opgesteld, de huwelijksakte (en de scheidingsakte). Hierin vind je gegevens over de bruid en bruidegom. Een huwelijksakte bevat vaak bijlagen. Dit zijn documenten die het bruidspaar moet laten zien voordat ze trouwen, zoals geboorteakten of doopbewijzen.
Overlijdensregister
Als iemand overlijdt, wordt daarvan een akte opgesteld. Ook deze akte bevat veel gegevens, niet alleen informatie over degene die overleden is, maar vaak ook de namen van zijn of haar ouders en hun beroep en woonplaats.
Bevolkingsregisters
Geeft de burgerlijke stand je informatie over bepaalde momenten in het leven (geboorte, huwelijk en overlijden), in het bevolkingsregister zie je wat er over een langere tijd met een gezin gebeurt. Je kunt bijvoorbeeld zien waar het gezin woont en in welke straat het daarvoor heeft gewoond. In Roosendaal zijn de bevolkingsregisters vanaf 1849 nauwkeurig bijgehouden.
In het bevolkingsregister vind je informatie over: voor- en achternamen, het geslacht, geboortedatum en -plaats, religie, de burgerlijke staat, het beroep, de relatie tot het gezinshoofd, de huwelijksdatum van het gezinshoofd, de datum waarop men op het adres is komen te wonen, de verhuisdatum, het nieuwe adres en de overlijdensdata van de bewoners. Vanaf 1910 wordt gewerkt met gezinskaarten. Een heel gezin staat op een kaart vermeld. De vader is
altijd het gezinshoofd, tenzij hij is overleden.
In 1939 gaat de overheid weer over op een andere manier van vastleggen: de persoonkaarten. Elke persoon die in een gemeente woont, krijgt een eigen kaart met daarop zijn gegevens. Verhuist deze persoon, dan ‘volgt’ de kaart hem naar zijn nieuwe woonplaats. Overlijdt deze persoon, dan gaat de kaart naar het Centraal Bureau voor de Genealogie in Den Haag. Dit bureau houdt alle persoonskaarten bij van mensen die na 1938 zijn overleden. Op deze kaart staan gegevens over geboorte, huwelijk, overlijden, ouders, echtgenoot of echtgenote en kinderen. Voor een paar euro kun je een uittreksel van een persoonskaart krijgen.
In 1994 wordt er een digitale vorm van het bevolkingsregister ingevoerd: de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Sinds januari 2006 is het Burger Service Nummer ingevoerd.
Doop, trouw- en begraafboeken
Ook de kerk hield boeken bij van dopen, trouwerijen en begrafenissen. Zoek je gegevens over dopen, trouwerijen en begrafenissen van je voorouders uit de jaren vóór 1811, dan moet je hier zijn. De meeste doop-, trouw- en begraafboeken lopen terug tot aan 1600. Helaas ziet het handschrift er heel anders uit dan dat van ons. Bovendien zijn ze vaak in het Latijn opgesteld, waardoor ze niet makkelijk te lezen zijn.
Les 2 Werkblad 2.5 Het gemeentearchief
Waar vind je nu al die gegevens uit
de burgerlijke stand, het
bevolkingsregister en de doop-,
trouw- en begraafboeken? Dan
moet je in het gemeentearchief of
het regionale archief zijn.
In de wet zijn perioden afgesproken: pas 100 jaar na een
geboorte, 75 jaar na een huwelijk en 50 jaar na een overlijden
mag je de gegevens inkijken. Kijk dus niet raar op als je geen
gegevens van jezelf vindt: jij bent nog lang geen honderd!
Je kunt thuis of op school alvast kijken of het archief
documenten van je voorouders heeft bewaard. Daarvoor moet
je naar de website van het gemeentearchief gaan:
www.gemeentearchiefgemert-bakel.nl/
Les 2 Werkblad 2.5 Het gemeentearchief (vervolg)
Onder de knop
onderzoek/genealogie
vind je de
genealogische
database ISIS. Hier kun
je de achternaam,
voornaam en andere
gegevens van je
voorouder invullen.
Daarna gaat het
programma op zoek
naar vermeldingen van
de naam die je hebt
ingevoerd. De naam
kan bijvoorbeeld
voorkomen in een
geboorteakte of een
huwelijksakte.
Als je op details klikt, krijg je nog meer informatie en kun je een kopie van de originele akte bestellen. Je kunt natuurlijk ook naar het archief gaan en de akte daar opzoeken
Opdracht
Bezoek de internetpagina van een archief of historisch centrum en ga op zoek naar je voorouders. ■ Het gemeentearchief Roosendaal vind je onder www.gemeentearchiefroosendaal.nl. ■ Archieven in andere plaatsen in Nederland en België kun je vinden via www.archiefnet.nl.
■ Ga naar de genealogische pagina, start het zoekprogramma (vaak ISIS of Genlias) en kijk of je je voorouders kunt vinden.
■ Komen je voorouders niet uit Nederland of België, kijk dan op internet of je informatie over je geboorteland van je voorouders kunt vinden.
Les 3 Werkblad 3.1 Je eigen stamboom ( make your own family tree)
Met de gegevens die je tijdens je onderzoek hebt verzameld, kun je een
stamboom maken. Stamboomonderzoekers worden met een moeilijk
woord ‘genealogen’ genoemd. Stamboomonderzoek is genealogie.
Bij het invullen van deze stamboom, begin je bij jezelf. Jij vormt de basis van de (stam)boom. Dit soort stambomen wordt door stamboomonderzoekers een kwartierstaat genoemd.
Bij deze lesbrief hoort een kwartierstaat. Die mag je zelf invullen. Lees eerst even hoe je dat precies moet doen.
Op het onderste vakje (plankje 1) zet je je eigen gegevens.
Bijvoorbeeld een pasfoto, je geboortedatum- en geboorteplaats, je
eventuele doopdatum en je woonplaats.
Op de twee plankjes daarboven komen je ouders. Links je vader
(plankje 2) en rechts je moeder (plankje 3). Kijk of je van hen ook
een foto kunt vinden. Die kun je erbij plakken. Weet je wanneer ze
geboren en getrouwd zijn? Zet die gegevens er dan ook bij.
Op de vier plankjes daarboven vul je de gegevens van hun ouders,
dus jouw opa’s en oma’s in. Op plankje 4 en 5 de ouders van je
vader, op plankje 6 en 7 de ouders van je moeder.
En misschien heb je ook gegevens gevonden van je
overgrootouders. Die kun je op de bovenste acht plankjes zetten
(plankje 8 t/m 15). Heb je geen foto’s van ze, dan mag je ze ook
tekenen!
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens ( family coats of arms)
In die tijd legt men belangrijke zaken vast in oorkonden, die op perkament worden geschreven. De oorkonden worden verzegeld met zegels van was, die persoonlijk zijn. Je kunt ze vergelijken met de handtekening van nu. Vergeet niet dat de meeste mensen in die tijd nog niet kunnen lezen!
Misschien heeft jouw familie een eigen familiewapen.
In de Middeleeuwen hebben veel adellijke families een familiewapen. In die tijd worden er veel toernooien en veldtochten gehouden. Ridders schilderen kleurrijke figuren op hun wapenuitrusting, zodat ze herkenbaar zijn in het strijdgewoel. De herkenningstekens worden op het schild, de wapenrok, de helm, het paardendek en de vlag geschilderd. In de loop van de twaalfde en dertiende eeuw gaat het familiewapen over van generatie op generatie.
Maar niet alleen de adel heeft familiewapens. Ook mensen van ‘gewone’ afkomst besluiten een eigen wapen te nemen. Iedereen mag zelf een wapen bedenken. Handwerkslieden en boerenfamilies laten wapens ontwerpen die bij hun beroep pasten. Anderen kiezen voor een wapen dat past bij de streek waarin ze wonen. De wapens worden aangebracht op bestek, serviezen, gebouwen en rijtuigen.
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens (vervolg)
Aan het einde van de achttiende eeuw, na de Franse Revolutie, worden
familiewapens niet meer gebruikt. Een eigen wapen geeft status en dat is
niet de bedoeling. Het motto in die tijd is immers ‘Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap’. In 1795 wordt het gebruik van familiewapens dan ook bij
de wet verboden. Wapens die op gebouwen en grafzerken zijn
geschilderd, worden weggehaald. Na een tijdje worden wapens toch
weer toegestaan.
Heeft jouw familie geen familiewapen,
dan kunt je zelf je eigen familiewapen maken
Iedereen moet het wapen in een oogopslag herkennen.
Verder heeft een familiewapen in elk geval altijd een schild, een helm en een helmteken (het teken bovenop een helm, bijvoorbeeld een leeuw, een bloem of een boom).
Wapens hebben meestal niet veel kleuren. Eerst zijn alleen de metaalkleuren goud of zilver en de kleuren rood, blauw, zwart en groen toegestaan. Later komen hier nog de kleuren purper (paars), oranje, bruin en een vleeskleur bij.
Elke kleur heeft een eigen betekenis. Rood staat voor moed en opoffering, blauw voor wetenschap en waarheid. Groen voor mildheid en hoop en zwart voor gevaar en kracht. Goud staat voor wijsheid en rijkdom en zilver staat voor trouw. Paars staat voor waardigheid.
ontwerpen. In Nederland mag iedereen een wapen aannemen en gebruiken. De enige voorwaarde is dat het geen bestaand wapen is. De voorbeelden die je hiernaast ziet mag je dus niet zo maar klakkeloos overnemen! Elke familie heeft recht op het dragen van een uniek wapen. Zou je het wapen van een andere familie kopiëren, dan is hun wapen niet uniek meer.
Hoe ontwerp je nu je eigen
familiewapen?
Er is een aantal regels waar je je aan moet houden. In de eerste plaats moet je het wapen zo eenvoudig mogelijk houden.
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens (vervolg) ( MAkE your own coat of arms with the knowledge you know)
Opdracht
Op deze en de volgende pagina’s vind je een paar familiewapens. Deze
wapens zijn nog niet af. De kleuren ontbreken en nog belangrijker: het
wapenschild is nog helemaal leeg. Jij mag zelf een wapen uitkiezen. Teken
op het schild een symbool dat bij je familie past en kleur het wapen in. Je
mag natuurlijk ook zelf een wapen tekenen.
Aanvullende opdracht Een interview houden
Als je te weten wilt komen hoe je opa’s en oma’s leefden, dan kun je ze dat het beste zelf laten vertellen. Doe alsof je een verslaggever bent en neem ze een interview af! Heb je geen opa’s of oma’s meer of wonen ze te ver uit de buurt, vraag dan aan een ouder iemand of je hem of haar mag interviewen. Je
ouders kennen vast wel iemand.
Een interview houden
Bedenk van tevoren wat je allemaal wilt weten. Misschien wil je weten hoe het er op school aan toeging, of hoe hun huis eruit zag. Of vraag je je af met wat voor speelgoed ze speelden en wat voor werk ze deden. Of met hoeveel kinderen ze thuis waren.
Heb je een goed onderwerp bedacht, dan ga je de vragen bedenken. Schrijf de vragen op.
Denk ook na over de volgorde waarin je de vragen gaat stellen. Vind je het bedenken van goede vragen moeilijk? Vraag dan hulp aan je meester of juf.
Houd tijdens het interview je vragen bij de hand. Je hoeft ze niet allemaal te stellen. Schiet je opeens een heel andere vraag, die niet op je lijstje staat, te binnen, stel die dan gerust. Krijg je een heel ander antwoord dan dat je gedacht had of snap je het antwoord niet, vraag dan nog eens hoe het zit.
Het is belangrijk dat je het interview ‘vastlegt’. Dat betekent dat je de antwoorden van degene die je interviewt opschrijft. Vergeet dus niet om een pen en papier mee te nemen naar je afspraak! Nog makkelijker is het om het interview op te nemen op een cassettebandje of iets dergelijks.
Als je thuiskomt, werk je alles uit. Wacht daar niet te lang mee, want anders ben je alles zo weer vergeten. Schrijf op wie je hebt geïnterviewd en waar je het over hebt gehad. Schrijf ook de vragen die je hebt gesteld op en wat het antwoord daarop was. De vragen waar je niet aan toe bent gekomen laat je weg. Heeft je opa of oma nog een foto van vroeger? Maak daar dan een kopie of scan van en plak die erbij.
Misschien heb je de smaak van het interviewen te pakken gekregen. Je zou dan nog meer mensen kunnen interviewen over vroeger. Mensen die wat jonger, of mensen die nog ouder dan je opa of oma zijn. Zo krijg je een mooi beeld van de tijd en hoe snel alles verandert.
Opdracht Houd een interview. Bereid je goed voor en volg de stappen die hierboven staan. Stop het interview in je map.
Opdracht
Hang de kaart op in de klas en geef met dartpijltjes of gekleurde
kopspelden of punaises aan waar jullie voorouders vandaan komen. Zoek de plaatsnamen eventueel op in een atlas.
Komen je voorouders uit Europa?
Of uit Amerika, Afrika, Australië of Azië?
Aanvullende opdracht Advertentiespel
□□
□
Getrouwd te Roosendaal
3 april 1951
Franciscus Johannes Veraart en
Christophelina Petronella Mol
† Heden overleed tot onze diepe droefheid, voorzien van de Genademiddelen der H. Kerk, mijn innig geliefde Echtgenoot, Vader en Grootvader.
Opdracht Woordzoeker
Hieronder staan verschillende woorden die met stamboomonderzoek te maken hebben. Zoek ze op in deze woordzoeker. Ze kunnen horizontaal, verticaal, diagonaal en achterstevoren staan. Met de letters die je over hebt, kun je een zin maken.
W E G R O O T O U D E R S N E M E E
F J L E V E N T J M E I N O R T A P
A K E T R N A P O L E O N O O D A K
M E S F O B L V V O N D E L I N G I
I O I I U E I T N E T R E V D A E N
L B N R W E R K F M S M I D A T M D
I W E H N L V O O R O U D E R S E T
E U D C W D I O T K A P E L IJ E E A
W O E S G E B O O R T E E J K K N A
A R I D R M E T E R K L A B D IJ T T
P T H IJ A C H T E R N A A M E L E S
E A C T F B O E R S L A G E R R H R
N T S A G N I L L E T R A A J E U E
F K E R K T F E I H C R A M O G I I
K S G T I N T E R V I E W V O R S T
R N E D IJ L R E V O K IJ L E W U H R
A A A P P E L L O E P E O R E B M A
N R E K K A B E J T N E R P D I B W
T V E R N O E M E N T G E B R U I K
Achternaam
Advertentie
Appel
Archief
Bakker
Beeld
Beroep
Boer
Bidprentje
Burgerlijke stand
Familiewapen
Foto
Gast
Mijn oplossing
Geboorte
Gebruik
Gemeentehuis Geschiedenis Graf
Grootouders Huwelijk
Interview
Jaartelling
Kapel
Kerk
Kind
Krant
Kwartierstaat Leven
Loep
Mens
Meter
Napoleon
Nood
Oma
Overlijden
Patroniem
Rijk
Slager
Smid
Stamboom Tijdbalk
Tijdschrift
Traditie
Trouwboekje Vernoemen Vondeling Voornaam Voorouders Vorst
Vrouw
Werk
________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
Boeken, internetsites en adressen (sources)
Wil je meer weten over stambomen, familiewapens en genealogisch onderzoek? Meer informatie haal je uit de volgende boeken en websites.
Boeken
Jeugdafdeling Centrale
- De stamboom / Michael Cheswordt …[et al.] J307.9 - De stamboom in de klas : handreiking familiegeschiedenis en J902.5 stamboomonderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs /
Majorie Boon en Carlijn de Koning
Volwassenafdeling Centrale (Deze boeken kun je samen met je ouders of docent bekijken)
- Alles over namen / Peter de Rijk 838.5 wouw - Brabanders gezocht: gids voor stamboomonderzoek in
Noord-Brabant / Adri P. van Vliet (eindred.) ; Leo Adriaenssen
en Rob van Drie (red.) 902.5 - Elseviers gids van de heraldiek / O. Neubecker ; vert. uit het
Engels door R.C.C. de Savornin Lohman 902.4 - Familiewapens : oorsprong en betekenis / Roelof Vennik 902.4 - Familiewapens : wetenswaardigheden, hoe kom ik eraan?, het
tekenen en schilderen / Jan Zeeman 902.4 - Gids voor genealogisch onderzoek in Nederland / onder red. van
P.W. van Wissing; (samenstelling: W.F.M. Ahoud … et al.) 902.4 - Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland /
J.C. Okkema 902.5 - Heraldiek / Derkwillem Visser jr. 902.4 - Heraldiek / geschreven en geill. Door Carl-Alexander von Volborth;
[vert. uit het Engels door D.J. Arriens] 902.4 - Internet bij stamboomonderzoek / Yvette Hoitink en Jeroen van Luin 902.5 - Op zoek naar onze voorouders: handleiding voor genealogisch
onderzoek / door W. Wijnaendts van Resandt 902.5 - Prisma van heraldiek & genealogie / C. Pama 902.4 - Het stambomenboek: wortels naar je verleden / Els W.A. Elenbaas 902.5 - Stamboomonderzoek / [Joke van Liemen; red. Sybex Uitgeverij] 902.5 - Stamboomonderzoek voor beginners / Rob van Drie 902.5 - Stamboom deluxe: breng uw familiegeschiedenis tot leven cd-rom
- Voorouders in beeld: stamboom en geschiedenis / Centraal
Bureau voor Genealogie 902.5 - Voor- en familienamen in Nederland: geschiedenis, verspreiding,
vorm en gebruik / R.A. Ebeling 835.5 - Westbrabanders onder elkaar, II / red. G.J.M. Blom 902.5
Boeken, internetsites en adressen
Internetsites
www.cbg.nl
Het Centraal Bureau voor Genealogie is het kennis- en documentatiecentrum voor genealogie en familiegeschiedenis. Op de site vind je meer informatie over genealogie. Ook kun je het programma Pro Gen Kids gratis downloaden, waarmee je je eigen stamboom kunt samenstellen.
www.e-nemo.nl
NEMO is het grootste science center van Nederland, waar je op een speelse wijze kennismaakt met de wereld van wetenschap en technologie. Op de site kun je het stamboomspel-codenaam DNA (een reis door de genen) gratis downloaden.
www.genealogisch.nl
Op deze site vind je gegevens over de Nederlandse genealogie. Ook kun je genealogische vragen stellen.
www.genealogie.startpagina.nl
Op deze startpagina vind je verwijzingen naar andere sites voor beginnende genealogen en bronnen van onderzoek.
www.wazamar.org
Op deze site vind je voorbeelden van familiewapens uit de Lage Landen.
www.familienaam.nl
Op deze site kun je zien waar je naamgenoten wonen en met hoeveel ze zijn. Op de kaart van Nederland kun je het precies zien.
Adressen:
Centraal Bureau voor Genealogie; het kennis- en documentatiecentrum voor genealogie, familiegeschiedenis en verwante wetenschappen.
Postbus 11755
2502 AT Den Haag
Telefoon algemeen: 070-3150500
Genealogische en heraldische inlichtingen: 070-3150570
Boekbestellingen: 070-3150510
Persoonskaarten: 070-3150563
Voor bezoekadres en openingstijden zie www.cbg.nl
Verklarende woordenlijst
Akte Document dat door de overheid is opgesteld en dient als bewijs.
Archief Een plek waar documenten bewaard worden Bevolkingsregister Een boek met gegevens van inwoners van een stad Bronnen Papieren, verhalen of gesprekken waar je informatie uit kunt halen
Burgerlijke stand Papieren met gegevens over geboorte, huwelijk en overlijden Doop-, trouw- en begraafboeken Boeken met informatie over dopen, huwelijken en begrafenissen die door de kerk werden bijgehouden
Familiewapen Het een symbool van een familie
Geboorteakte Een document met gegevens over een geboorte Genealogie Stamboomonderzoek
Gezinskaart Een kaart met gegevens over een gezin Huwelijksakte Een document met gegevens over een huwelijk Kwartierstaat Een soort stamboom
Overlijdensakte Een document met gegevens over een overlijden Patroniem Vadersnaam, bijvoorbeeld Pieterszoon of Hendrikszoon Persoonskaart Een kaart met gegevens over een persoon Schriftelijke bron Papier waar informatie op staat
Vondeling Een kind dat door de ouders op straat of in een kerk wordt achtergelaten
Geraadpleegde literatuur
Geraadpleegde literatuur
De stamboom in de klas: handreiking familiegeschiedenis en stamboomonderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs / Majorie Boon en Carlijn de Koning
Stamboomonderzoek: Hoe doe je dat? / Heemkundekring De Kommanderij Gemert
Genealogisch en biografisch woordenboek van de familie Van Gilse: ter wijding aan de nagedachtenis mijns vader Petrus Adrianus Gerardus van Gilse, bij de herdenking van diens honderdsten geboortedag en aan die mijner moeder Francisca Joanna Allegonda Janssens / V.J.M. van Gilse
Het namenboek: de herkomst van onze voornamen en de hiervan afgeleide achternamen / A.N.W. van der Plank
Encyclopedie van voornamen: een vraagbaak over de afkomst en betekenis van onze Nederlandse en Vlaamse voornamen / samengesteld door A. Huizinga
Onze voornamen: traditie, betekenis, vorm, herkomst: benevens en uitgebreid namenregister / door J.A. Meijers en J.C. Luijtingh
Genealogie: van stamboom tot familiegeschiedenis / Rob van Drie, Nico Plomp, Aad van der Tang
Lesbrief voor groep 7 en 8
Leerlingendeel Heemkundekring Kommanderij
Gemert
Bijlage I Kwartierstaat (om zelf in te vullen)
les 1 Werkblad 1.1 Inleiding ( Finding out who you are and where you come from)
In deze lesbrief ga je op zoek naar de geschiedenis van je familie en je voorouders. Je gaat je stamboom uitzoeken. Stamboomonderzoek heet met een moeilijk woord genealogie. Stel je eens voor dat je van een heel rijke familie afstamt. Of dat je voorouders van adel waren. Daar kom je straks beslist achter!
De geschiedenis van je familie begint bij jezelf. Van jezelf weet
je natuurlijk al een heleboel. Als je er eens goed voor gaat
zitten, kun je al veel dingen over jezelf opschrijven. Hoe heet je,
waar ben je geboren, wie zijn je ouders, broers en zussen?
Daarna wordt het iets moeilijker: je gaat op zoek naar
informatie over je voorouders. Hoe heetten ze, wat voor werk
deden ze en waar kwamen ze vandaan? Door met je
familieleden te praten kom je heel wat aan de weet. Maar ook
in allerlei oude documenten kun je informatie vinden. In deze
lesbrief kom je precies te weten wat voor documenten je
nodig hebt en waar je moet zoeken.
Met al die gegevens gaan we een echte stamboom maken.
Wie weet heeft jouw familie een eigen familiewapen. En
anders bedenk je er toch zelf een!
Deze lesbrief bestaat uit informatie die je moet lezen en uit opdrachten die je moet maken.
Opdracht
Alle werkbladen en gegevens stop je in een multomap met een harde kaft. Ook je stamboom stop je straks in deze map. Dit wordt jouw eigen
familieboek. Wees zuinig op dit familiedocument!
Les 1 Werkblad 1.2 Verhaal ( Story background names )
Opa komt op bezoek
Haastig rent Bart het schoolplein op. Bij zijn vriendengroep komt hij hijgend tot stilstand. „Waar kom jij zo laat vandaan?”, wil zijn Marokkaanse vriendje Redouan weten. „Mijn opa kwam net op bezoek voor een paar dagen en die kan altijd zulke spannende verhalen over vroeger vertellen,” antwoordt Bart
net op het moment waarop de zoemer gaat. Tijdens de lessen kan hij zijn gedachten niet al te best bij de les houden, alleen als de meneer over de Tweede Wereldoorlog vertelt tijdens de geschiedenisles, spitst Bart zijn oren. Daar heeft opa het toevallig vanochtend ook nog over gehad. Gelukkig is het woensdag en als om twaalf uur de school uitgaat, wil Bart er als een haas vandoor, maar Redouan komt hem achterna. „Gaan we vanmiddag nog spelen?”, wil hij weten. „Nee, joh. Ik heb een veel beter idee. Kom na het eten naar mijn huis, dan kun je ook naar de verhalen van opa luisteren. Da’s altijd leuk.”
En zo belt Redouan tegen één uur aan bij zijn beste vriend. De opa van Bart blijkt helemaal nog niet zo oud. Als de jongens aan tafel zitten, vertelt opa over de grote zolder van zijn oude huis midden in de stad. „Daar woonden ook mijn ouders en mijn grootouders al. Vorige week besloot ik om de zolder op te ruimen en daar vond ik een oude koffer. En weet je wat er in zat?” vraagt opa terwijl hij steeds zachter begint te praten. „Een schat?” oppert Bart. „Een piratenpak?” denkt Redouan die nogal wat fantasie heeft. „Nee”, zegt opa lachend, „Oude papieren.” De teleurstelling is op het gezicht van de jongens af te lezen. Wat moet je nou met oud papier? Ja, in de grijze papiercontainer gooien!
Opa moet er om lachen. „Ja, geen oude kranten! Papieren van de familie. Ik vond het trouwboekje van mijn opa en oma! En oude foto’s.” Dan is de belangstelling van de beide jongens gewekt. Het trouwboekje komt tevoorschijn waarin met prachtige halen de namen van de opa en oma van de opa van Bart geschreven zijn. „Dat waren dus jou betovergrootouders”, merkt opa op. De beide jongens schieten in de lach. „Lagen die altijd in bed?” wil Bart weten. Nu is het de beurt aan opa om flink te lachen. „Nee, joh, dat woordje ‘bet’ schrijf je met de letter t. Dat komt van het woord ‘beter’ en het betekent dat ze nog een generatie ouder waren,” legt hij uit. Samen kijken ze in het boekje dat in 1909 werd gemaakt door de gemeente. „Kijk,” zegt opa, „hier zie je meteen ook wie de vader en de moeder van deze mensen waren. Je kunt nu al een heel stuk van je stamboom maken.” „Stamboom!?”, roepen de beide jongens bijna in koor, „wat is dat nu weer.” Opa begint uit te leggen dat het een soort lijst is waar alle voorouders op staan. „Je begint met jezelf. Je hebt twee ouders, maar ook vier grootouders en acht overgrootouders en zestien betovergrootouders. Het worden er steeds meer, net zoals een boom waar steeds meer takken aan komen. Daarom noemen ze het een stamboom.”
Redouan hoort het allemaal stilletjes aan. „Is dat bij mij ook zo?” vraagt hij opa. „Natuurlijk,” zegt die, „alleen is het in Marokko vaak niet zo goed bijgehouden.” Hij vertelt dat in Nederland in 1811 door de Fransen de burgerlijke stand is ingevoerd. Toen moest iedereen naar het gemeentehuis als een kind werd geboren, mensen wilden trouwen of er iemand dood ging. Mensen die trouwden kregen een huwelijksbewijs, maar rond 1875 kwamen de eerste trouwboekjes er. „Je moet maar eens aan je opa vragen wat die er nog van weet” besluit hij. Hij belooft de beide jongens om de hele lijst van voorouders op te schrijven en er ook allerlei gegevens bij te zetten die hij nog weet en die hij in de papieren in de koffer heeft gevonden. Daarna bekijken ze de foto’s. Mannen en vrouwen met nette pakken, strohoeden, kanten mutsen en meisjes in lange jurken, witte schorten met strikken in hun haar en jongens in matrozenpakjes. „Zo zou ik er niet bij willen lopen,” schatert Bart het uit.
Voor Redouan naar huis gaat zegt opa nog dat hij de jongens de volgende woensdagmiddag mee naar het archief op de Markt zal nemen. „Ik ken archivaris Joss Hopstaken goed, misschien dat hij wel tijd heeft om ons nog wat meer te vertellen”, besluit hij.
Hoe dit verhaal afloopt, zie je in de volgende les!
Les 1 Werkblad 1.3 Je eigen gegevens? ( Who are you )
Als je op zoek gaat naar je familiegeschiedenis, kun je het beste met jezelf beginnen. Je weet natuurlijk al een heleboel dingen over jezelf.
Opdracht
Vul die gegevens in op dit werkblad. Vergeet niet om er een mooie foto van jezelf bij te plakken!
Mijn voornamen zijn: ________________________
_________________________________________
Mijn achternaam is: ____________________
_________________________________________
Ik woon in: __________________________________
_________________________________________________ (straat en woonplaats)
Ik ben geboren op __________________________________
Plak hier een foto van
jezelf
in ________________________________________________________ Ik ben dus ___________________________________________ jaar oud
Mijn hobby’s zijn: _________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Mijn favoriete muziek is: ___________________________________________________ __________________________________________________________________________
Les 1 Werkblad 1.4 Over je voornaam ( Where do first names come from )
Iedereen heeft een voornaam.
Er zijn oud-Nederlandse namen als Jan, Karel
en Gerda, modernere namen als Jorrit en
Louise, maar ook Engels klinkende namen als
Jeffrey, Morris en Kimberley.
Kijk maar eens in je klas: zoveel verschillende
namen …
Vroeger, rond het jaar nul, had ook iedereen een
voornaam. Deze namen lijken niet op de namen
die wij nu gebruiken. Meisjes heten Fredegonde,
Thiatlind of Trudhild. Jongens luisteren naar namen
als Folcuuard, Aldbert of Brantger. Deze namen
komen uit het Germaans. Achternamen worden
nog niet gebruikt.
In de elfde en twaalfde eeuw kiezen ouders
steeds vaker voor namen die in de Bijbel
voorkomen. Meisjes heten Maria, Elisabeth of
Catharina, de jongens worden Johannes of
Philippus genoemd.
Een Trudhild of een Fredegonde?
Tot in de zeventiende eeuw heeft iedereen maar één voornaam. Vanaf de achttiende eeuw is het opeens ontzettend ‘in’ om twee of meer voornamen te hebben. Dat klonk voornaam. Eerst geven alleen de rijken hun kinderen meer namen, later nemen meer mensen dit over.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog worden veel kinderen vernoemd naar grootouders of andere familieleden. In de katholieke kerk worden mensen naar hun peetoom en -tante vernoemd. Een peetoom of -tante zorgt voor de kinderen als de ouders overlijden.
Na de Tweede Wereldoorlog trekken mensen zich niets meer aan van deze regel. Ouders bepalen zelf wel hoe ze hun kinderen willen noemen. Toch blijft het vernoemen naar familieleden populair.
Les 1 Werkblad 1.4 Over je voornaam (vervolg)
Veel ouders kijken naar de klank van de naam en of ze het een leuke naam vinden. Sommige ouders vernoemen hun kind naar een idool. Anderen kiezen weer voor een naam die niet zo vaak voorkomt, of willen per se een Nederlandse of juist een buitenlandse naam. En weet je dat er in de Verenigde Staten iemand rondloopt met een alfabet aan voornamen: Adolph Blaine Charles David Earl Fredrick Gerald Hubert Irvin John Kenneth Lloyd Martin Nero Oliver Paul Quincy Randolph Sherman Thomas Uncas Victor William Xerxes Yancy Zeus? Dank je, pa en ma!
Gelukkig is dit echt een uitzondering. Bijna de helft van de kinderen krijgt tegenwoordig één naam, een derde deel krijgt twee namen en slechts een enkeling krijgt vijf of meer namen. Je kind wel twintig verschillende voornamen geven, mag officieel wel. Alleen voornamen die ‘ongepast’ zijn of vaak als achternaam worden gebruikt, kunnen door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden geweigerd. Als je ouders je dus Drol of Jansen willen noemen, zal dat feest niet doorgaan. Sommige ambtenaren vinden trouwens ook twintig voornamen ongepast.
Top tien van voornamen in Nederland in 2007
Opdracht
jongens meisjes
1. Daan 1. Sophie 2. Tim 2. Lotte 3. Sem 3. Sanne 4. Jesse 4. Lieke 5. Ruben 5. Emma 6. Thijs 6. Eva 7. Stijn 7. Fleur 8. Lucas 8. Noa 9. Thomas 9. Anna 10. Milan 10. Julia
Je ouders hebben je een bepaalde voornaam gegeven. Vraag ze waarom ze voor die naam hebben gekozen en schrijf de reden hieronder op. Ben je naar een oma vernoemd of vonden ze het gewoon een mooie naam?
_______________________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________________________
Les 1 Werkblad 1.5 Over je achternaam ( Where does your last name come from )
Iedereen heeft een achternaam
Iedereen heeft een achternaam, maar wist je dat ook je naam al een hele geschiedenis achter de rug heeft? Je achternaam kan je iets over je
voorvader vertellen. Zijn beroep bijvoorbeeld. Heb jij De Boer als
achternaam, dan weet je bijna zeker dat je voorvader boer was. Of als je
achternaam Van Nispen is, dan is de kans groot dat je voorvader in Nispen
woonde.
Heel vroeger hadden mensen maar één naam. Achternamen of familienamen werden pas na de elfde eeuw gebruikt. De reden: er waren teveel mensen met dezelfde voornaam. En dat was lastig, want welke Jan moest je nu hebben als er twaalf Jannen in je dorp woonden? Dus gingen mensen een achternaam gebruiken. Je achternaam kan je iets over het beroep van je voorvader vertellen.
Plaatsnamen
Er bestaan verschillende soorten achternamen:
Bijnamen
Misschien heette je voorvader Jan en had hij rood haar. Dan werd hij Jan de Rooie genoemd. Of was hij heel erg lang. Dan noemden mensen hem Jan de Lange. Of hij keek scheel. Dan werd hij Jan de Schele genoemd. Iedereen in je dorp wist op deze manier meteen over wie je het had. Nog een paar voorbeelden: Vetlap, De Zwart, De Groot en De Jong.
Beroepen
Een andere mogelijkheid en heel gemakkelijk te herkennen zijn de achternamen waarin een beroep verborgen zit, zoals Jan de Bakker, Anja Timmermans, Piet de Boer, Lia Kuypers en Kees Slager. In het Turks kom je de achternaam Türkücu tegen, het woord betekent zanger. Heb jij zo’n achternaam, dan weet je meteen welk beroep je voorvader had. Sommige mensen hebben een achternaam waarin een plaatsnaam verborgen zit. Heb jij zo’n achternaam, dan heeft je voorvader waarschijnlijk in deze plaats gewoond. Bekende namen uit onze regio zijn bijvoorbeeld Van Gastel, Van Roosendaal, Van Kalmthout, Van Oosterhout, Van Sprundel en Van Nispen. Pak de atlas met de kaart van Noord-Brabant er maar eens bij en kijk of je achternamen herkent!
Als je van Turkse of Marokkaanse afkomst bent, kan het heel goed dat je achternaam naar een stuk grond verwijst. El Marzquiqui verwijst bijvoorbeeld naar een stuk grond in Marokko dat Marzquiqui heette.
Les 1 Werkblad 1.5 Over je achternaam (vervolg)
Vadersnaam
Mensen zetten ook wel de naam van hun vader achter hun naam. Met
een moeilijk woord wordt dat ook wel patroniem of vadersnaam
genoemd. Zo was Jan Klaaszoon de zoon van Klaas. En Jan Willemszoon
de zoon van Willem. Later werden ze Jan Klaassen en Jan Willems
genoemd. En Kitty Mathijssen is de dochter van Mathijs.
Vondelingen
Vondelingen moesten een naam krijgen die nog niet bestond. Vaak werden ze genoemd naar de plaats waar ze gevonden waren. Ook werden ze wel vernoemd naar het beroep van de vinder of het tijdstip waarop ze gevonden waren. Ze kregen dan namen als Leonie Niewjaer, Johannes Portaal of Charlotte Van de Karre. Sommige vondelingen droegen een speciaal kenmerk, zoals een groen lintje of een medaillon. Daar verwees hun naam dan naar: Emelia Groenlint, Peterus Naaktgeboren of Wouterus In ‘t Veld.
Sommige mensen denken dat Napoleon de achternaam heeft ingevoerd, maar dat is niet waar. Napoleon had zelf immers ook al een achternaam: Bonaparte. Wel is het zo, dat Napoleon in 1811 verplicht heeft gesteld dat iedereen een vaste achternaam moest hebben. Ook moest elke geboorte, elk huwelijk en elk overlijden bij de Burgerlijke Stand op het gemeentehuis aangegeven worden. Wie dus nog geen achternaam had, moest er één aannemen.
Top vijf van achternamen in Nederland
1. De Jong
2. De Vries
3. Jansen
4. Bakker
5. Van den Berg
Opdracht:
Weet jij nu waar je eigen achternaam vandaan komt? Schrijf het hieronder op:
___________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________
Les 2 Werkblad 2.1 Verhaal (deel 2)
Opa komt op bezoek 2
Een week later staan Bart en Redouan vol spanning gereed om met de opa van Bart naar het archief te gaan. Redouan vertelt dat hij bij zijn eigen opa geweest was en dat hij gevraagd heeft naar zijn familie. Opa heeft heel veel
verteld over de tijd dat hij zelf nog in Marokko woonde. „De mensen in de bergen wonen vaak veel te ver van een gemeentehuis of de stad en als er vroeger kinderen geboren werden, gaven ze dat soms maanden of jaren later door. Daarom zijn er zoveel mensen die op 1 januari of 1 juli jarig zijn,” zegt Redouan. Opa heeft ook verteld dat sommige mensen niet eens precies wisten hoeveel jaar ze zijn, want verjaardagen werden in Marokko vroeger bijna nooit gevierd. „Nu we in Nederland wonen, doen we dat wel en weten we ook precies op welke dag we geboren zijn en hoe oud we zijn,” besluit Redouan.
Opa heeft ook niet stil gezeten. Hij laat de beide jongens een vel papier zien met vakken erop. Helemaal in het onderste vak staat de naam van Bart met zijn geboortedatum en de plaats waar hij geboren is. In de twee vakken erboven staan zijn vader en moeder. En daar weer boven zijn vier vakken met zijn opa’s en oma’s. „Kijk opa daar sta jij,” zegt Bart. „Maar wat betekenen die twee nulletjes die door elkaar staan en die datum die er bij staat?” Opa legt uit dat dit eigenlijk twee ringen zijn en dat de datum de trouwdatum van opa en oma is. Hij vertelt ook dat zo’n blad met namen een kwartierstaat heet. „En nou gaan we naar het archief, want Joss Hopstaken heeft speciaal voor ons een uurtje vrij gemaakt in zijn agenda,” zegt opa en ze vertrekken snel naar de Markt.
Recht tegenover ijssalon Ciao ligt het archief. De jongens kijken verlekkerd naar de mensen op het terras die veelkleurige soorten ijs naar binnen werken. „Daar gaan we straks ook even naar toe,” merkt opa op, voor ze naar binnen gaan.
Over een statige trap gaat het naar boven en aan een loket vertelt opa aan een mevrouw dat hij een afspraak heeft met Joss Hopstaken. Even later komt die aanlopen. „Die heeft ook niet veel haar,” fluistert Bart tegen Redouan voor Joss het drietal verwelkomt. Opa kijkt even boos naar Bart, maar Joss heeft gelukkig niets gehoord.
Hij neemt ze eerst mee naar de leeszaal, waar hij laat zien hoe je op kunt zoeken wanneer mensen geboren, getrouwd of overleden zijn. De jongens krijgen bakken vol met microfiches te zien, een soort doorzichtige plaatjes waar alle oude aktes op te vinden zijn. „Maar daar kun je toch niks van lezen,” zegt Redouan. „Nee, zo niet,” lacht Joss, „maar ik heb hier een leesapparaat en als ik ze daar instop, kun je wel lezen wat er staat.” Hij stopt een microfiche tussen de glazen plaatjes van het apparaat, floept het licht aan en ineens kunnen de jongens de tekst wel lezen.
Een uur lang krijgen ze van alles te horen over het opzoeken van gegevens, want heel vroeger schreven de pastoors en de dominees alles op als de kinderen in de kerk gedoopt werden of als mensen gingen trouwen. Ook als iemand dood ging, werd dat opgeschreven. „Die boeken heten de doop-, trouw- en begraafboeken, maar veel mensen die hier komen noemen dat de DTB’s,” vertelt Joss.
Ze mogen daarna ook nog even mee naar de ruimtes waar alle oude boeken en documenten liggen. „Het is hier niet warm,” vindt Bart. „Dat klopt,” vertelt Joss, „want we moeten er voor zorgen dat alles goed blijft, daarom is het hier nooit warm en zorgen we er ook voor dat het niet vochtig wordt. Dan kunnen over honderd jaar de mensen nog steeds in deze papieren komen zoeken.”
Joss laat ook nog oude foto’s zien van de straten van Roosendaal en de dorpen die bij de gemeente horen. „Kijk opa, dat is jullie huis,” ontdekt Bart op een oude ansichtkaart. „Ons huis zal wel niet op zo’n kaart staan, want dat is nog erg nieuw.” De jongens zijn erg onder de indruk van wat er allemaal bewaard wordt. Na afloop krijgen ze nog een boekje mee waar alles over het archief in staat.
En dan staan ze weer buiten in de zon. Op een holletje naar de overkant van de straat: ijs eten. „Dat is eigenlijk nog beter dan in het archief zitten,” constateren Bart en Redouan. Opa knikt, maar aan zijn gezicht is te zien dat hij het er niet helemaal mee eens is.
Les 2 Werkblad 2.2 Mondelinge bronnen
Bij het uitzoeken van je familiegeschiedenis, ben je bij jezelf begonnen. Je hebt je naam, je geboortedatum en je hobby’s opgeschreven. Nu wordt het spannender, want je gaat op zoek naar je voorouders. Je gaat dus steeds een stapje verder terug in de tijd.
Hoe noem je je voorouders?
geboren omstreeks aantal
1e graad ouders 1965 2
2e graad grootouders 1935 4
3e graad overgrootouders 1905 8
4e graad betovergrootouders 1875 16 5e graad oudouders 1845 32 6e graad oudgrootouders 1815 64 7e graad oudovergrootouders 1785 128 8e graad oudbetovergrootouders 1755 256 9e graad stamouders 1725 512 10e graad stamgrootouders 1695 1024 11e graad stamovergrootouders 1665 2048 12e graad stambetovergrootouders …… ……. 13e graad stamoudouders …… ……. 14e graad stamoudgrootouders …… ……. 15e graad stamoudovergrootouders …… ……. 16e graad stamoudbetovergrootouders …… ……. 17e graad edelouders …… …….
18e graad edelgrootouders …… …….
19e graad edelovergrootouders …… …….(Bron: lesbrief Heemkundekring De Kommanderij Gemert)
Wat voor gegevens van je voorouders heb je nodig voor je stamboom? Natuurlijk basisgegevens zoals achternaam, voornamen, geboorteplaats, geboortedatum, huwelijkdatum, namen van eventuele kinderen, overlijdensdatum (met bijzonderheden zoals leeftijd, doodsoorzaken) en informatie over beroepen. Minder belangrijk, maar wel leuk om te weten, zijn gegevens over opleiding, bezit (waren je voorouders rijk of juist heel arm?), adres, woonplaats, karakter en hobby’s.
Hoe ga je beginnen? Je gaat eerst op zoek naar de gegevens van je ouders. Je ouders zijn hopelijk nog in leven, dus je kunt aan hen vragen hoe het nu precies zit. Hetzelfde geldt voor je grootouders. En anders vraag je die informatie aan je vader of moeder.
Opdracht
Vraag je ouders en grootouders naar de basisgegevens. Denk ook aan de minder belangrijke, maar toch interessante informatie. Maak vooraf een
lijstje met de dingen die je wilt weten. Schrijf alles op en stop de informatie in je map
.
Les 2 Werkblad 2.3 Schriftelijke bronnen
Naast mondelinge informatie (je ouders of grootouders vragen om
informatie) bestaan er ook schriftelijke bronnen. Dat zijn gegevens die ooit op papier zijn gezet. Denk aan geboortekaartjes, trouwkaarten, rouwkaarten en bidprentjes. Hieronder zie je een paar voorbeelden van bronnen die je meer over je familie vertellen.
Geboortekaartje
Als er een baby geboren wordt, sturen de ouders meestal een geboortekaartje naar familie en vrienden. Op het kaartje staan de namen van de baby, het gewicht van de baby, de namen van de ouders en vaak een adres.
Les 2 Werkblad 2.3 Schriftelijke bronnen (vervolg)
Foto’s
Ook foto’s vertellen hun eigen verhaal. Niet alleen hoe je voorouders er uitzagen, maar ook hoe ze leefden en wat voor kleren ze droegen. Foto’s vertellen je iets over de tijd waarin iemand leefde.
Zo gingen je overgrootouders naar school.
Vergeet ook de overlijdensadvertenties in de krant niet. Denk verder aan schoolrapporten, dagboeken en diploma’s. Ze vertellen je meer over de opleiding, het bezit of de hobby’s van je voorouders. Door foto’s, kranten en naslagwerken te bekijken kun je nagaan in wat voor tijd je voorouders leefden. Al deze gegevens vormen de basis van je stamboom. Zo krijg je al een echte familiegeschiedenis!
Opdracht
Verzamel zoveel mogelijk schriftelijke informatie over je familie.
Let op! Je kunt beter kopieën maken en deze in je map stoppen. Bewaar de originele documenten op een veilige plek.
Les 2 Werkblad 2.4 Officiële bronnen
Officiële documenten
Nu je al wat gegevens van je ouders en grootouders hebt verzameld, gaan we op zoek naar misschien wel de belangrijkste bronnen: de officiële
documenten. De overheid houdt al eeuwenlang allerlei belangrijke
gegevens over personen en families bij. Ook kerken hebben de gegevens
vaak zorgvuldig bijgehouden.
De overheid houdt de gegevens op twee verschillende manieren bij: in de burgerlijke stand en in het bevolkingsregister. Nu noemen we die de gemeentelijke basisadministratie.
Registers van de burgerlijke stand
De burgerlijke stand wordt in 1792 opgezet in Frankrijk. In 1811, als Nederland bezet is door de Fransen, wordt de burgerlijke stand hier ingevoerd. Bij de burgerlijke stand wordt informatie over geboorte, huwelijk en overlijden bijgehouden.
Geboorteregister
Binnen drie dagen na de geboorte moet de vader (of iemand anders die bij de bevalling aanwezig was) het kind aangeven bij de ambtenaar van de burgerlijke stand op het gemeentehuis. Daarvan wordt een akte opgesteld.
In deze akte vind je heel wat gegevens, onder meer de datum van aangifte, de datum, het uur en het adres van de geboorte, de vader met voor- en familienaam, leeftijd, beroep, woonplaats en ondertekening, de moeder met voor- en familienaam, leeftijd, beroep en woonplaats, het kind met de voornaam en geslacht, getuigen met voor- en familienaam, leeftijd, beroep, woonplaats en ondertekening.
Les 2 Werkblad 2.4 Officiële bronnen (vervolg)
Register van huwelijken en echtscheidingen
Als er getrouwd (of gescheiden) wordt, worden er aktes opgesteld, de huwelijksakte (en de scheidingsakte). Hierin vind je gegevens over de bruid en bruidegom. Een huwelijksakte bevat vaak bijlagen. Dit zijn documenten die het bruidspaar moet laten zien voordat ze trouwen, zoals geboorteakten of doopbewijzen.
Overlijdensregister
Als iemand overlijdt, wordt daarvan een akte opgesteld. Ook deze akte bevat veel gegevens, niet alleen informatie over degene die overleden is, maar vaak ook de namen van zijn of haar ouders en hun beroep en woonplaats.
Bevolkingsregisters
Geeft de burgerlijke stand je informatie over bepaalde momenten in het leven (geboorte, huwelijk en overlijden), in het bevolkingsregister zie je wat er over een langere tijd met een gezin gebeurt. Je kunt bijvoorbeeld zien waar het gezin woont en in welke straat het daarvoor heeft gewoond. In Roosendaal zijn de bevolkingsregisters vanaf 1849 nauwkeurig bijgehouden.
In het bevolkingsregister vind je informatie over: voor- en achternamen, het geslacht, geboortedatum en -plaats, religie, de burgerlijke staat, het beroep, de relatie tot het gezinshoofd, de huwelijksdatum van het gezinshoofd, de datum waarop men op het adres is komen te wonen, de verhuisdatum, het nieuwe adres en de overlijdensdata van de bewoners. Vanaf 1910 wordt gewerkt met gezinskaarten. Een heel gezin staat op een kaart vermeld. De vader is
altijd het gezinshoofd, tenzij hij is overleden.
In 1939 gaat de overheid weer over op een andere manier van vastleggen: de persoonkaarten. Elke persoon die in een gemeente woont, krijgt een eigen kaart met daarop zijn gegevens. Verhuist deze persoon, dan ‘volgt’ de kaart hem naar zijn nieuwe woonplaats. Overlijdt deze persoon, dan gaat de kaart naar het Centraal Bureau voor de Genealogie in Den Haag. Dit bureau houdt alle persoonskaarten bij van mensen die na 1938 zijn overleden. Op deze kaart staan gegevens over geboorte, huwelijk, overlijden, ouders, echtgenoot of echtgenote en kinderen. Voor een paar euro kun je een uittreksel van een persoonskaart krijgen.
In 1994 wordt er een digitale vorm van het bevolkingsregister ingevoerd: de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Sinds januari 2006 is het Burger Service Nummer ingevoerd.
Doop, trouw- en begraafboeken
Ook de kerk hield boeken bij van dopen, trouwerijen en begrafenissen. Zoek je gegevens over dopen, trouwerijen en begrafenissen van je voorouders uit de jaren vóór 1811, dan moet je hier zijn. De meeste doop-, trouw- en begraafboeken lopen terug tot aan 1600. Helaas ziet het handschrift er heel anders uit dan dat van ons. Bovendien zijn ze vaak in het Latijn opgesteld, waardoor ze niet makkelijk te lezen zijn.
Les 2 Werkblad 2.5 Het gemeentearchief
Waar vind je nu al die gegevens uit
de burgerlijke stand, het
bevolkingsregister en de doop-,
trouw- en begraafboeken? Dan
moet je in het gemeentearchief of
het regionale archief zijn.
In de wet zijn perioden afgesproken: pas 100 jaar na een
geboorte, 75 jaar na een huwelijk en 50 jaar na een overlijden
mag je de gegevens inkijken. Kijk dus niet raar op als je geen
gegevens van jezelf vindt: jij bent nog lang geen honderd!
Je kunt thuis of op school alvast kijken of het archief
documenten van je voorouders heeft bewaard. Daarvoor moet
je naar de website van het gemeentearchief gaan:
www.gemeentearchiefgemert-bakel.nl/
Les 2 Werkblad 2.5 Het gemeentearchief (vervolg)
Onder de knop
onderzoek/genealogie
vind je de
genealogische
database ISIS. Hier kun
je de achternaam,
voornaam en andere
gegevens van je
voorouder invullen.
Daarna gaat het
programma op zoek
naar vermeldingen van
de naam die je hebt
ingevoerd. De naam
kan bijvoorbeeld
voorkomen in een
geboorteakte of een
huwelijksakte.
Als je op details klikt, krijg je nog meer informatie en kun je een kopie van de originele akte bestellen. Je kunt natuurlijk ook naar het archief gaan en de akte daar opzoeken
Opdracht
Bezoek de internetpagina van een archief of historisch centrum en ga op zoek naar je voorouders. ■ Het gemeentearchief Roosendaal vind je onder www.gemeentearchiefroosendaal.nl. ■ Archieven in andere plaatsen in Nederland en België kun je vinden via www.archiefnet.nl.
■ Ga naar de genealogische pagina, start het zoekprogramma (vaak ISIS of Genlias) en kijk of je je voorouders kunt vinden.
■ Komen je voorouders niet uit Nederland of België, kijk dan op internet of je informatie over je geboorteland van je voorouders kunt vinden.
Les 3 Werkblad 3.1 Je eigen stamboom ( make your own family tree)
Met de gegevens die je tijdens je onderzoek hebt verzameld, kun je een
stamboom maken. Stamboomonderzoekers worden met een moeilijk
woord ‘genealogen’ genoemd. Stamboomonderzoek is genealogie.
Bij het invullen van deze stamboom, begin je bij jezelf. Jij vormt de basis van de (stam)boom. Dit soort stambomen wordt door stamboomonderzoekers een kwartierstaat genoemd.
Bij deze lesbrief hoort een kwartierstaat. Die mag je zelf invullen. Lees eerst even hoe je dat precies moet doen.
Op het onderste vakje (plankje 1) zet je je eigen gegevens.
Bijvoorbeeld een pasfoto, je geboortedatum- en geboorteplaats, je
eventuele doopdatum en je woonplaats.
Op de twee plankjes daarboven komen je ouders. Links je vader
(plankje 2) en rechts je moeder (plankje 3). Kijk of je van hen ook
een foto kunt vinden. Die kun je erbij plakken. Weet je wanneer ze
geboren en getrouwd zijn? Zet die gegevens er dan ook bij.
Op de vier plankjes daarboven vul je de gegevens van hun ouders,
dus jouw opa’s en oma’s in. Op plankje 4 en 5 de ouders van je
vader, op plankje 6 en 7 de ouders van je moeder.
En misschien heb je ook gegevens gevonden van je
overgrootouders. Die kun je op de bovenste acht plankjes zetten
(plankje 8 t/m 15). Heb je geen foto’s van ze, dan mag je ze ook
tekenen!
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens ( family coats of arms)
In die tijd legt men belangrijke zaken vast in oorkonden, die op perkament worden geschreven. De oorkonden worden verzegeld met zegels van was, die persoonlijk zijn. Je kunt ze vergelijken met de handtekening van nu. Vergeet niet dat de meeste mensen in die tijd nog niet kunnen lezen!
Misschien heeft jouw familie een eigen familiewapen.
In de Middeleeuwen hebben veel adellijke families een familiewapen. In die tijd worden er veel toernooien en veldtochten gehouden. Ridders schilderen kleurrijke figuren op hun wapenuitrusting, zodat ze herkenbaar zijn in het strijdgewoel. De herkenningstekens worden op het schild, de wapenrok, de helm, het paardendek en de vlag geschilderd. In de loop van de twaalfde en dertiende eeuw gaat het familiewapen over van generatie op generatie.
Maar niet alleen de adel heeft familiewapens. Ook mensen van ‘gewone’ afkomst besluiten een eigen wapen te nemen. Iedereen mag zelf een wapen bedenken. Handwerkslieden en boerenfamilies laten wapens ontwerpen die bij hun beroep pasten. Anderen kiezen voor een wapen dat past bij de streek waarin ze wonen. De wapens worden aangebracht op bestek, serviezen, gebouwen en rijtuigen.
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens (vervolg)
Aan het einde van de achttiende eeuw, na de Franse Revolutie, worden
familiewapens niet meer gebruikt. Een eigen wapen geeft status en dat is
niet de bedoeling. Het motto in die tijd is immers ‘Vrijheid, Gelijkheid en
Broederschap’. In 1795 wordt het gebruik van familiewapens dan ook bij
de wet verboden. Wapens die op gebouwen en grafzerken zijn
geschilderd, worden weggehaald. Na een tijdje worden wapens toch
weer toegestaan.
Heeft jouw familie geen familiewapen,
dan kunt je zelf je eigen familiewapen maken
Iedereen moet het wapen in een oogopslag herkennen.
Verder heeft een familiewapen in elk geval altijd een schild, een helm en een helmteken (het teken bovenop een helm, bijvoorbeeld een leeuw, een bloem of een boom).
Wapens hebben meestal niet veel kleuren. Eerst zijn alleen de metaalkleuren goud of zilver en de kleuren rood, blauw, zwart en groen toegestaan. Later komen hier nog de kleuren purper (paars), oranje, bruin en een vleeskleur bij.
Elke kleur heeft een eigen betekenis. Rood staat voor moed en opoffering, blauw voor wetenschap en waarheid. Groen voor mildheid en hoop en zwart voor gevaar en kracht. Goud staat voor wijsheid en rijkdom en zilver staat voor trouw. Paars staat voor waardigheid.
ontwerpen. In Nederland mag iedereen een wapen aannemen en gebruiken. De enige voorwaarde is dat het geen bestaand wapen is. De voorbeelden die je hiernaast ziet mag je dus niet zo maar klakkeloos overnemen! Elke familie heeft recht op het dragen van een uniek wapen. Zou je het wapen van een andere familie kopiëren, dan is hun wapen niet uniek meer.
Hoe ontwerp je nu je eigen
familiewapen?
Er is een aantal regels waar je je aan moet houden. In de eerste plaats moet je het wapen zo eenvoudig mogelijk houden.
Les 3 Werkblad 3.2 Familiewapens (vervolg) ( MAkE your own coat of arms with the knowledge you know)
Opdracht
Op deze en de volgende pagina’s vind je een paar familiewapens. Deze
wapens zijn nog niet af. De kleuren ontbreken en nog belangrijker: het
wapenschild is nog helemaal leeg. Jij mag zelf een wapen uitkiezen. Teken
op het schild een symbool dat bij je familie past en kleur het wapen in. Je
mag natuurlijk ook zelf een wapen tekenen.
Aanvullende opdracht Een interview houden
Als je te weten wilt komen hoe je opa’s en oma’s leefden, dan kun je ze dat het beste zelf laten vertellen. Doe alsof je een verslaggever bent en neem ze een interview af! Heb je geen opa’s of oma’s meer of wonen ze te ver uit de buurt, vraag dan aan een ouder iemand of je hem of haar mag interviewen. Je
ouders kennen vast wel iemand.
Een interview houden
Bedenk van tevoren wat je allemaal wilt weten. Misschien wil je weten hoe het er op school aan toeging, of hoe hun huis eruit zag. Of vraag je je af met wat voor speelgoed ze speelden en wat voor werk ze deden. Of met hoeveel kinderen ze thuis waren.
Heb je een goed onderwerp bedacht, dan ga je de vragen bedenken. Schrijf de vragen op.
Denk ook na over de volgorde waarin je de vragen gaat stellen. Vind je het bedenken van goede vragen moeilijk? Vraag dan hulp aan je meester of juf.
Houd tijdens het interview je vragen bij de hand. Je hoeft ze niet allemaal te stellen. Schiet je opeens een heel andere vraag, die niet op je lijstje staat, te binnen, stel die dan gerust. Krijg je een heel ander antwoord dan dat je gedacht had of snap je het antwoord niet, vraag dan nog eens hoe het zit.
Het is belangrijk dat je het interview ‘vastlegt’. Dat betekent dat je de antwoorden van degene die je interviewt opschrijft. Vergeet dus niet om een pen en papier mee te nemen naar je afspraak! Nog makkelijker is het om het interview op te nemen op een cassettebandje of iets dergelijks.
Als je thuiskomt, werk je alles uit. Wacht daar niet te lang mee, want anders ben je alles zo weer vergeten. Schrijf op wie je hebt geïnterviewd en waar je het over hebt gehad. Schrijf ook de vragen die je hebt gesteld op en wat het antwoord daarop was. De vragen waar je niet aan toe bent gekomen laat je weg. Heeft je opa of oma nog een foto van vroeger? Maak daar dan een kopie of scan van en plak die erbij.
Misschien heb je de smaak van het interviewen te pakken gekregen. Je zou dan nog meer mensen kunnen interviewen over vroeger. Mensen die wat jonger, of mensen die nog ouder dan je opa of oma zijn. Zo krijg je een mooi beeld van de tijd en hoe snel alles verandert.
Opdracht Houd een interview. Bereid je goed voor en volg de stappen die hierboven staan. Stop het interview in je map.
Opdracht
Hang de kaart op in de klas en geef met dartpijltjes of gekleurde
kopspelden of punaises aan waar jullie voorouders vandaan komen. Zoek de plaatsnamen eventueel op in een atlas.
Komen je voorouders uit Europa?
Of uit Amerika, Afrika, Australië of Azië?
Aanvullende opdracht Advertentiespel
□□
□
Getrouwd te Roosendaal
3 april 1951
Franciscus Johannes Veraart en
Christophelina Petronella Mol
† Heden overleed tot onze diepe droefheid, voorzien van de Genademiddelen der H. Kerk, mijn innig geliefde Echtgenoot, Vader en Grootvader.
Opdracht Woordzoeker
Hieronder staan verschillende woorden die met stamboomonderzoek te maken hebben. Zoek ze op in deze woordzoeker. Ze kunnen horizontaal, verticaal, diagonaal en achterstevoren staan. Met de letters die je over hebt, kun je een zin maken.
W E G R O O T O U D E R S N E M E E
F J L E V E N T J M E I N O R T A P
A K E T R N A P O L E O N O O D A K
M E S F O B L V V O N D E L I N G I
I O I I U E I T N E T R E V D A E N
L B N R W E R K F M S M I D A T M D
I W E H N L V O O R O U D E R S E T
E U D C W D I O T K A P E L IJ E E A
W O E S G E B O O R T E E J K K N A
A R I D R M E T E R K L A B D IJ T T
P T H IJ A C H T E R N A A M E L E S
E A C T F B O E R S L A G E R R H R
N T S A G N I L L E T R A A J E U E
F K E R K T F E I H C R A M O G I I
K S G T I N T E R V I E W V O R S T
R N E D IJ L R E V O K IJ L E W U H R
A A A P P E L L O E P E O R E B M A
N R E K K A B E J T N E R P D I B W
T V E R N O E M E N T G E B R U I K
Achternaam
Advertentie
Appel
Archief
Bakker
Beeld
Beroep
Boer
Bidprentje
Burgerlijke stand
Familiewapen
Foto
Gast
Mijn oplossing
Geboorte
Gebruik
Gemeentehuis Geschiedenis Graf
Grootouders Huwelijk
Interview
Jaartelling
Kapel
Kerk
Kind
Krant
Kwartierstaat Leven
Loep
Mens
Meter
Napoleon
Nood
Oma
Overlijden
Patroniem
Rijk
Slager
Smid
Stamboom Tijdbalk
Tijdschrift
Traditie
Trouwboekje Vernoemen Vondeling Voornaam Voorouders Vorst
Vrouw
Werk
________________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________
Boeken, internetsites en adressen (sources)
Wil je meer weten over stambomen, familiewapens en genealogisch onderzoek? Meer informatie haal je uit de volgende boeken en websites.
Boeken
Jeugdafdeling Centrale
- De stamboom / Michael Cheswordt …[et al.] J307.9 - De stamboom in de klas : handreiking familiegeschiedenis en J902.5 stamboomonderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs /
Majorie Boon en Carlijn de Koning
Volwassenafdeling Centrale (Deze boeken kun je samen met je ouders of docent bekijken)
- Alles over namen / Peter de Rijk 838.5 wouw - Brabanders gezocht: gids voor stamboomonderzoek in
Noord-Brabant / Adri P. van Vliet (eindred.) ; Leo Adriaenssen
en Rob van Drie (red.) 902.5 - Elseviers gids van de heraldiek / O. Neubecker ; vert. uit het
Engels door R.C.C. de Savornin Lohman 902.4 - Familiewapens : oorsprong en betekenis / Roelof Vennik 902.4 - Familiewapens : wetenswaardigheden, hoe kom ik eraan?, het
tekenen en schilderen / Jan Zeeman 902.4 - Gids voor genealogisch onderzoek in Nederland / onder red. van
P.W. van Wissing; (samenstelling: W.F.M. Ahoud … et al.) 902.4 - Handleiding voor genealogisch onderzoek in Nederland /
J.C. Okkema 902.5 - Heraldiek / Derkwillem Visser jr. 902.4 - Heraldiek / geschreven en geill. Door Carl-Alexander von Volborth;
[vert. uit het Engels door D.J. Arriens] 902.4 - Internet bij stamboomonderzoek / Yvette Hoitink en Jeroen van Luin 902.5 - Op zoek naar onze voorouders: handleiding voor genealogisch
onderzoek / door W. Wijnaendts van Resandt 902.5 - Prisma van heraldiek & genealogie / C. Pama 902.4 - Het stambomenboek: wortels naar je verleden / Els W.A. Elenbaas 902.5 - Stamboomonderzoek / [Joke van Liemen; red. Sybex Uitgeverij] 902.5 - Stamboomonderzoek voor beginners / Rob van Drie 902.5 - Stamboom deluxe: breng uw familiegeschiedenis tot leven cd-rom
- Voorouders in beeld: stamboom en geschiedenis / Centraal
Bureau voor Genealogie 902.5 - Voor- en familienamen in Nederland: geschiedenis, verspreiding,
vorm en gebruik / R.A. Ebeling 835.5 - Westbrabanders onder elkaar, II / red. G.J.M. Blom 902.5
Boeken, internetsites en adressen
Internetsites
www.cbg.nl
Het Centraal Bureau voor Genealogie is het kennis- en documentatiecentrum voor genealogie en familiegeschiedenis. Op de site vind je meer informatie over genealogie. Ook kun je het programma Pro Gen Kids gratis downloaden, waarmee je je eigen stamboom kunt samenstellen.
www.e-nemo.nl
NEMO is het grootste science center van Nederland, waar je op een speelse wijze kennismaakt met de wereld van wetenschap en technologie. Op de site kun je het stamboomspel-codenaam DNA (een reis door de genen) gratis downloaden.
www.genealogisch.nl
Op deze site vind je gegevens over de Nederlandse genealogie. Ook kun je genealogische vragen stellen.
www.genealogie.startpagina.nl
Op deze startpagina vind je verwijzingen naar andere sites voor beginnende genealogen en bronnen van onderzoek.
www.wazamar.org
Op deze site vind je voorbeelden van familiewapens uit de Lage Landen.
www.familienaam.nl
Op deze site kun je zien waar je naamgenoten wonen en met hoeveel ze zijn. Op de kaart van Nederland kun je het precies zien.
Adressen:
Centraal Bureau voor Genealogie; het kennis- en documentatiecentrum voor genealogie, familiegeschiedenis en verwante wetenschappen.
Postbus 11755
2502 AT Den Haag
Telefoon algemeen: 070-3150500
Genealogische en heraldische inlichtingen: 070-3150570
Boekbestellingen: 070-3150510
Persoonskaarten: 070-3150563
Voor bezoekadres en openingstijden zie www.cbg.nl
Verklarende woordenlijst
Akte Document dat door de overheid is opgesteld en dient als bewijs.
Archief Een plek waar documenten bewaard worden Bevolkingsregister Een boek met gegevens van inwoners van een stad Bronnen Papieren, verhalen of gesprekken waar je informatie uit kunt halen
Burgerlijke stand Papieren met gegevens over geboorte, huwelijk en overlijden Doop-, trouw- en begraafboeken Boeken met informatie over dopen, huwelijken en begrafenissen die door de kerk werden bijgehouden
Familiewapen Het een symbool van een familie
Geboorteakte Een document met gegevens over een geboorte Genealogie Stamboomonderzoek
Gezinskaart Een kaart met gegevens over een gezin Huwelijksakte Een document met gegevens over een huwelijk Kwartierstaat Een soort stamboom
Overlijdensakte Een document met gegevens over een overlijden Patroniem Vadersnaam, bijvoorbeeld Pieterszoon of Hendrikszoon Persoonskaart Een kaart met gegevens over een persoon Schriftelijke bron Papier waar informatie op staat
Vondeling Een kind dat door de ouders op straat of in een kerk wordt achtergelaten
Geraadpleegde literatuur
Geraadpleegde literatuur
De stamboom in de klas: handreiking familiegeschiedenis en stamboomonderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs / Majorie Boon en Carlijn de Koning
Stamboomonderzoek: Hoe doe je dat? / Heemkundekring De Kommanderij Gemert
Genealogisch en biografisch woordenboek van de familie Van Gilse: ter wijding aan de nagedachtenis mijns vader Petrus Adrianus Gerardus van Gilse, bij de herdenking van diens honderdsten geboortedag en aan die mijner moeder Francisca Joanna Allegonda Janssens / V.J.M. van Gilse
Het namenboek: de herkomst van onze voornamen en de hiervan afgeleide achternamen / A.N.W. van der Plank
Encyclopedie van voornamen: een vraagbaak over de afkomst en betekenis van onze Nederlandse en Vlaamse voornamen / samengesteld door A. Huizinga
Onze voornamen: traditie, betekenis, vorm, herkomst: benevens en uitgebreid namenregister / door J.A. Meijers en J.C. Luijtingh
Genealogie: van stamboom tot familiegeschiedenis / Rob van Drie, Nico Plomp, Aad van der Tang
Last edit: 2 years 10 months ago by Serenity.
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Less
More
- Posts: 445
- Thank you received: 566
2 years 10 months ago #3335
by Serenity
The following user(s) said Thank You: Wescli Wardest
Please Log in or Create an account to join the conversation.
Time to create page: 0.100 seconds